Vrouwelijke kwakkelboeren in Tullepetaonestad
Stichting Carnaval Roosendaal heeft twee vrouwelijke kwakkelboeren geïnstalleerd. Dragica Vukosavljevic en Jacqueline Borstrok waren al jaren actief als ‘buitenleden’, maar kregen nu de erkenning voor hun inzet. Naast beide dames traden ook Marcel van Dijke, Ronald van Meer, Eef Stoopendaal en Fred Hoogervorst toe tot de groep van kwakkelboeren.
Daarmee is de Stichting langzaam maar zeker trendsetter geworden in het ‘verlaten’ van het mannenbolwerk. De keuze eerder voor Nar Malou was in feite de eerste stap op weg naar veranderingen binnen de stichting. Het getuigt van visie en durf om die keuze nu verder uit te bouwen. Voorzitter Cor Verbogt is blij met de uitbreiding van de boerenraad en onderschrijft de benoeming van alle kwakkelboeren, maar in het bijzonder de beide dames. “Zij zijn al jaren actief bezig als buitenlid. Dat betekent dat zij het klappen van de zweep kennen en het is ook een waardering voor hun capaciteiten en getoonde inzet.”
Dragica Vukosavljevic
De 38-jarige Dragica, zus van boerenraadslid Dragan Vukosavljevic, is al jaren actief bij alles wat er binnen de Stichting georganiseerd wordt. “Het afgelopen jaar was ik – als buitenlid – zelfs hoofd van de commissie verkoop.” Door haar benoeming als kwakkelboer krijgt die rol nu ook een officiële status. “Doordat ik de afgelopen jaren heb gezien hoe dingen werden georganiseerd, kon ik vorig jaar ook al een aantal aanpassingen realiseren, waardoor de verkoop van carnavalsspullen beter gestructureerd werd. Die ervaring breng je vanuit de praktijk mee, waardoor je ook al vanaf het begin weet wat je ‘aan wilt pakken’ om dingen te verbeteren.” Ze onderschrijft daarnaast dat niet de titel van kwakkelboer bepalend is voor haar inzet, maar het werk zelf haar zoveel voldoening geeft. “Daarom is het ook goed dat de Stichting tegenwoordig jaarlijks met alle vrouwelijke buitenleden in gesprek gaat. Door die groep wordt er sowieso anders naar dingen gekeken, en daarnaast is het goed om langzaam maar zeker te wennen aan het idee dat de organisatie door de SCR niet louter meer een mannending is.”
Jacqueline Borstrok
De andere vrouwelijke kwakkelboer, Jacqueline Borstrok, ervaart carnaval al jaren als een gezonde ‘idioterie’, die veel te leuk is om te missen. “Door de jaren heen heb ik mijn bijdragen geleverd aan de Snertmeiden, de Bende van 7, de verkoop van carnavalsspullen, de Kwakkelkrant en het schilderen van de veldtekens.” Ze was ook altijd betrokken bij de jeugdcommissies en leverde vorig jaar al een belangrijke bijdrage bij de commissie ‘in D’n paplepel.’ “Daar lieten en laten we de jongste prallekes van 0 tot 4 jaar kennis maken met carnaval. Carnavalsliedjes worden omgezet in babyliedjes en er is een ‘snoezelhoek’ om het sfeervol en gezellig te maken. Vorig jaar werden we verrast door de overweldigende belangstelling. Anno 1810 op de Bloemenmarkt, was zo vol dat we nauwelijks uit konden voeren wat we wilden doen. Dit jaar gaan we daarom naar Parrotia, zodat we de ruimte hebben.”
Reacties
Beide dames hebben hun plaats in de organisatie in feite verworven, omdat ze als buitenlid al het nodige hebben bijgedragen. Maar hun rol als vrouwelijke kwakkelboer krijgt ook de lading van voortrekkersrol mee bij de nieuwe ingeslagen weg van de Stichting. Dragica verwijst daarbij naar de eerste reactie van Prins Ruben: “Hè, hè, eindelijk!” En Jacqueline was erg onder de indruk van de emotionele reacties van enkele boeren. De Stichting Carnaval Roosendaal heeft naar de toekomst toe stevige piketpaaltjes geplaatst waarlangs de toekomst kan worden uitgestippeld. En met dames in de organisatie weet men zeker dat deze carnaval Alles Daanst!
Bron: Internetbode Roosendaal